Lilly: FIV+ (10 jaar)
Rust zacht, lieve kleine Lilly
Ik weet even niet hoe ik me voel: boos? verdrietig? machteloos…
Maandag huppelde Lilly hier nog vrolijk rond. Ze genoot van een wasbeurt door “haar” Thijsje, ze smulde van het natvoer, ze spon erop los toen ik haar ging strelen voor het slapengaan. Maar zo vrolijk als ze maandagavond was, zo pips was ze dinsdagochtend. Ik kon het niet benoemen, maar ik maakte me zorgen om haar. Haar oogjes traanden lichtjes, maar verder leek ze ok: geen gezwollen klieren, normaal kleurtje, geen koorts. En toch…iets in mij wilde haar gewoon niet alleen laten, geen sprake van.
Omdat ik afspraken had opstaan op het werk, overwoog ik om haar naar de dierenarts te brengen “just in case”. Maar lang hoefde ik niet te twijfelen, want zoals ze wel eens zeggen “een ongeluk komt nooit alleen”. Tijdens mijn getwijfel om Lilly kreeg onze eigen Denna het lastig. De knoop werd voor me doorgehakt, want Denna moest echt naar de dierenarts, dus kwam Lilly mee. En nog steeds had ik zoiets van “ach, ik zal me wel weer aanstellen”. Tot de dierenarts haar onderzocht.
Op dat uurtje tijd dat ik had getwijfeld, gereden, en dat Denna werd onderzocht, was Lilly veranderd in een slap popje. Haar temperatuur was gezakt naar 37.5°C en ze begon een gelige tint te krijgen. Oh nee, dit was niet goed! Verdorie!
Doorheen de dag kregen we updates van onze top-dierenartsen. Alles werd op alles gezet, maar haar temperatuur bleef dalen. Een bloedonderzoek wees uit dat die gelige kleur te wijten was aan een acute daling van haar hematocriet (tot 13%). En hoewel we gisterenavond voorzichtig hoopvol waren omdat haar temperatuur een klein beetje terug gestegen was, mocht het niet zijn. Haar fragiele lichaampje heeft het vannacht opgegeven, ons kleine meisje is niet meer.
Oh wat voelt dit oneerlijk! Lilly is in beslag genomen, als bange meid in een groot asiel terechtgekomen, geadopteerd maar net zo snel weer retour gebracht, nog een hele tijd in dat grote asiel opgevangen om uiteindelijk bij ons terecht te komen. Hier zag ik haar ontspannen, tussen de andere verlegen scheetjes was ze thuis. Met al die grote stoere katers die in de rij stonden om voor haar te zorgen, om haar kopjes te geven en haar te wassen. Al na een dag of twee kon ik filmpjes doorsturen waarop ze zich liet strelen en daar ook zelf van genoot. Ik zag haar genieten, ik zag haar gelukkig zijn. En nu dit.
Ik weet wel dat ik God niet ben. Ik weet wel dat ik hier niets aan had kunnen veranderen. Ik weet dat ze de beste zorgen gekregen heeft en dat ze hier, al was het kort, dolgelukkig was. En toch voel ik me boos en verdrietig tegelijk. Ik had dit mooie lieve kleine meisje zo graag meer gegund, ik had haar zo graag net zo plots als ze ziek werd weer beter getoverd. Maar helaas ben ik die gave nog niet meester.
Dag lieve kleine meid, wat hou ik van je ❤